Gods Heilsplan
De wereld is met al haar nood,
voor straf, geketend aan den dood
en waar die duist're macht ook woedt,
daar dooft het licht en vloeit er bloed.
God, Die de wereld liefheeft, redt,
heeft er de kribbe neergezet.
Daarin legt Hij, heel klein en teer
Zijn lang beloofde Zoon teneer.
Heel arm komt deze Koningszoon.
Geen pracht of praal, geen gouden kroon.
Zijn majesteit en heerlijkheid
verbergt Hij door Zijn need'righeid.
De krib, naar menselijk begrip,
is hoogstens slechts een kleine stip.
Toch is het heilsgeheimenis,
de kern van de geschiedenis.
Gods doen en laten wordt veracht,
ja, zelfs de Zoon wordt omgebracht.
Maar zie, het Heilsplan gaat wel door;
Baant door de tijd een lichtend spoor.
De wereld, die dit licht bespiedt,
Zij ziet het wel, maar grijpt het niet.
Zodoende toeft de dageraad
Totdat de "Volle Zon"opgaat.
De schepping, hoe besmeurd, berooid,
blinkt als Gods Heilsplan is voltooid!
Gered, volmaakt baadt zij in 't licht
Van Zijn genadig aangezicht. [ Doe van Zanten Ezn. ]