Zo Vader, zo Zoon. God de Vader zegt over Zichzelf dat Hij heilig is: “Ik de HEERE ben heilig” (bijv. Lev. 19:2, 20:7). Serafs roepen in het visioen van de profeet Jesaja: “heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten” (Jes. 6:3). Ook draagt de HEERE de kwalificatie ‘de Heilige van Israël’. Vooral Jesaja beschreef dit[i]. “Wees niet bevreesd, wormpje Jakob, volkje Israël, Ík help u, spreekt de HEERE, uw Verlosser is de Heilige van Israël” (Jes. 41:14). Verlosser verwijst naar Israëls Messias, naar de Zoon van God, de Heilige, geboren uit Maria, zoals geprofeteerd: ”Zie, de maagd zal zwanger worden…” (Jes. 7:14).
Erkenden godsdienstleiders in Israël dat Hij de Heilige is, de Zoon van God? Nee. Zij oordeelden: “U, Die een mens bent, maakt Uzelf God” (Joh. 10:33). Hij moest gestenigd worden, waarop de Heere zei: “Zegt u tot Mij, Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: U lastert God; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon” (Joh. 10:36)? Later wees Petrus erop dat de leiders “de Heilige en Rechtvaardige” verloochenden, met Zijn kruisiging tot gevolg (Hand. 3:14; 4:27).
De boze geestenwereld wist wel dat Hij Gods Zoon is. In de synagoge schreeuwde een ‘onreine geest’: “Ga weg! Wat hebben wij met U te maken, Jezus de Nazarener? Bent U gekomen om ons te gronde te richten? Ik weet Wie U bent, namelijk de Heilige van God” (Mark. 1:24). Hun leider, de duivel, daagde de Heere al eerder uit om Zijn Zoonschap te bewijzen: ”als U Gods Zoon bent zeg dan tegen deze steen dat hij brood wordt” (Luk. 4:3). Op dat moment had de Heere erge honger, maar Hij antwoordde alleen te willen leven bij het geestelijke brood, het Woord van God.
Een van de weinigen, een Romeinse hoofdman, erkende de Heere als Gods Zoon. Hij zag Zijn kruissterven en riep: “Werkelijk, deze Mens was Gods Zoon” (Mark. 15:39); niet wetend dat de Heere drie dagen later zou opstaan! Bovendien, in de opstanding van Christus ligt het grootste bewijs dat Hij dé Heilige is, zoals de apostel Paulus dit uitlegde: naar de Geest der heiligheid, heeft de Heere door dood en opstanding met kracht verklaard Gods Zoon te zijn (Rom. 1:4).
De Heilige, de Zoon van de Allerhoogste, kwam niet alleen voor het volk Israël. Ook om wereldwijd zondaars te heiligen, zalig te maken (1 Tim. 1:15), door het geloof in Hem. “Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze (de Israëlieten), maar ook voor de zonden van de hele wereld” (1 Joh. 2:2).
Alle mensen zijn geroepen om als heiligen te leven in Zijn tegenwoordigheid (1 Tim. 1:15; 2:4).
Gezegende kerstdagen,
Ineke van Lieshout
[i] De uitdrukking ‘de Heilige Israëls’ komt 28 keer voor, waarvan 22 keer in Jesaja.
Afbeelding: in doeken gewikkeld, van Jan van ’t Hoff. Met dank aan Gospelimages.
https://www.gospelimages.nl/schilderijen/40/in-doeken-gewikkeld