-
Dagboek - Dag 259
Dag 259 "En als iemand u niet ontvangt en niet naar uw woorden luistert, vertrek dan uit dat huis of die stad en schud het stof van uw voeten. Voorwaar, Ik zeg u: Het zal voor het land van Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad" (Matt. 10:14 en 15). Sodom en Gomorra staan voor grove zonden: "Maar bij de profeten van Jeruzalem heb Ik iets afschuwelijks gezien: zij plegen overspel, met leugen gaan zij hun weg zij bemoedigen de kwaaddoeners,...
"Een slecht geweten is een geweten dat zijn plicht doet"
- Gegevens
- Categorie: Iniminies
- Hits: 416
Je leven geven
Onbeschrijfelijk is de liefde van de Heere Jezus. Hij gaf Zijn leven aan het kruis. Hieruit spreekt ook Gods liefde, Hij gaf Zijn Zoon. “God echter bevestigt Zijn liefde voor ons dat Christus voor ons gestorven is” (Rom. 5:8a).
De Heere wilde Zijn leven inzetten. Als Herder van Zijn volk zei Hij tegen de Farizeeën. “Ik zet Mijn leven in voor de schapen” (Joh. 10:15). En een dag voor Zijn dood sprak Hij met Zijn discipelen nog over zelf verloochenende liefde. “Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Joh. 15:13). Zo Iemand was Hijzelf. Johannes vatte het! “Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons Zijn leven heeft gegeven, ook wij moeten voor de broeders het leven geven” (1 Joh. 3:16).
Je leven geven voor een ander is niet gemakkelijk! Petrus bijvoorbeeld zei tegen de Heere: “Mijn leven zal ik voor U geven” (Joh. 13:37). We weten hoe het hem verging. Ondanks de liefde voor Zijn Meester verloochende hij Hem (Luk. 22:57; Joh. 18:17). Maar we oordelen niet, want “bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede mens te sterven” (Rom. 5:7).
Het Nieuwe Testament spreekt over zulke moedige gelovigen: Aquila en Priscilla en Epafroditus uit Filippi. Zij stelden hun leven in de waagschaal.
Aquila en Priscilla. Met Paulus diende dit echtpaar de gemeenten in Korinthe en Efeze. Deze toegewijde vrienden hadden gemeenten aan huis (1 Kor. 16:19; Rom. 16:3). Evenals Paulus waren zij tentenmakers (Hand. 18:3). Paulus geeft een indrukwekkend getuigenis over hen: “Zij hebben voor mijn leven hun hals gewaagd. Niet alleen ik ben hun dankbaar, maar ook alle gemeenten van de heidenen” (Rom. 16:4). Hun hals gewaagd! Meer letterlijk staat er, zij legden hun hals neer voor het zwaard! Zij liepen dus kans op een executie! Maar ontkwamen.
Wanneer liep Paulus gevaar? Bij de opstand in Korinthe toen de Joden hem, en even later Sosthenes, naar de rechterstoel van Gallio brachten? (Hand. 18:12-17)? Of tijdens het oproer van Demetrius in Efeze, waar hij met zijn vrienden groot gevaar liep (Hand. 19:23-31)? Het is onbekend, hoewel alle gemeenten ervan wisten. De apostel van de heidenen werd gespaard. Tot voordeel van alle christengemeenten!
Epafroditus. Deze gezant van de gemeente in Filippi reisde met liefdegaven naar Paulus, die gevangen zat in Rome. Epafroditus werd ernstig ziek (Filp. 2:27). Liep hij de ziekte op tijdens zijn lange reis? “Om het werk van Christus was hij tot dicht bij de dood gekomen”, schrijft Paulus, “doordat hij zijn leven had gewaagd om aan te vullen wat aan uw dienstbetoon jegens mij nog ontbrak” (Filp. 2:30). Epafroditus achtte zijn leven niet (Statenvertaling). Bovendien maakte hij zich zorgen over zijn (terugkeer? naar de) gemeente in Filippi: “Hij verlangde vurig naar u allen en verkeerde in grote angst omdat u gehoord had dat hij ziek was” (Filp. 2:26). Grote angst (Gr. ademoneo), is hetzelfde Griekse woord voor de angst van de Heere in Gethsémané (Matt. 26:37). Doodsangst. “Maar God heeft Zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben” (Filp. 2:27). Epafroditus keerde terug naar Filippi.
Epafroditus, Aquila en Priscilla riskeerden in dienst van Christus hun leven voor Paulus. Dacht de apostel aan hen, toen hij zo’n zes jaren later aan de Efeziërs schreef: “Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen. Wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God” (Efe. 5:1, 2).
Ineke van Lieshout
Afbeelding: Greece, Ancient Corinth, ruins at the Lechaion Road; Berthold Werner, 2017, Creative Commens
De Heere wilde Zijn leven inzetten. Als Herder van Zijn volk zei Hij tegen de Farizeeën. “Ik zet Mijn leven in voor de schapen” (Joh. 10:15). En een dag voor Zijn dood sprak Hij met Zijn discipelen nog over zelf verloochenende liefde. “Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Joh. 15:13). Zo Iemand was Hijzelf. Johannes vatte het! “Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons Zijn leven heeft gegeven, ook wij moeten voor de broeders het leven geven” (1 Joh. 3:16).
Je leven geven voor een ander is niet gemakkelijk! Petrus bijvoorbeeld zei tegen de Heere: “Mijn leven zal ik voor U geven” (Joh. 13:37). We weten hoe het hem verging. Ondanks de liefde voor Zijn Meester verloochende hij Hem (Luk. 22:57; Joh. 18:17). Maar we oordelen niet, want “bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede mens te sterven” (Rom. 5:7).
Het Nieuwe Testament spreekt over zulke moedige gelovigen: Aquila en Priscilla en Epafroditus uit Filippi. Zij stelden hun leven in de waagschaal.
Aquila en Priscilla. Met Paulus diende dit echtpaar de gemeenten in Korinthe en Efeze. Deze toegewijde vrienden hadden gemeenten aan huis (1 Kor. 16:19; Rom. 16:3). Evenals Paulus waren zij tentenmakers (Hand. 18:3). Paulus geeft een indrukwekkend getuigenis over hen: “Zij hebben voor mijn leven hun hals gewaagd. Niet alleen ik ben hun dankbaar, maar ook alle gemeenten van de heidenen” (Rom. 16:4). Hun hals gewaagd! Meer letterlijk staat er, zij legden hun hals neer voor het zwaard! Zij liepen dus kans op een executie! Maar ontkwamen.
Wanneer liep Paulus gevaar? Bij de opstand in Korinthe toen de Joden hem, en even later Sosthenes, naar de rechterstoel van Gallio brachten? (Hand. 18:12-17)? Of tijdens het oproer van Demetrius in Efeze, waar hij met zijn vrienden groot gevaar liep (Hand. 19:23-31)? Het is onbekend, hoewel alle gemeenten ervan wisten. De apostel van de heidenen werd gespaard. Tot voordeel van alle christengemeenten!
Epafroditus. Deze gezant van de gemeente in Filippi reisde met liefdegaven naar Paulus, die gevangen zat in Rome. Epafroditus werd ernstig ziek (Filp. 2:27). Liep hij de ziekte op tijdens zijn lange reis? “Om het werk van Christus was hij tot dicht bij de dood gekomen”, schrijft Paulus, “doordat hij zijn leven had gewaagd om aan te vullen wat aan uw dienstbetoon jegens mij nog ontbrak” (Filp. 2:30). Epafroditus achtte zijn leven niet (Statenvertaling). Bovendien maakte hij zich zorgen over zijn (terugkeer? naar de) gemeente in Filippi: “Hij verlangde vurig naar u allen en verkeerde in grote angst omdat u gehoord had dat hij ziek was” (Filp. 2:26). Grote angst (Gr. ademoneo), is hetzelfde Griekse woord voor de angst van de Heere in Gethsémané (Matt. 26:37). Doodsangst. “Maar God heeft Zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben” (Filp. 2:27). Epafroditus keerde terug naar Filippi.
Epafroditus, Aquila en Priscilla riskeerden in dienst van Christus hun leven voor Paulus. Dacht de apostel aan hen, toen hij zo’n zes jaren later aan de Efeziërs schreef: “Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen. Wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God” (Efe. 5:1, 2).
Ineke van Lieshout
Afbeelding: Greece, Ancient Corinth, ruins at the Lechaion Road; Berthold Werner, 2017, Creative Commens