-
Dagboek - Dag 13
Dag 13 "En het was in het zeshonderdeerste jaar, in de eerste maand, op de eerste dag van die maand, dat het water van boven de aarde opgedroogd was. Toen nam Noach het luik van de ark weg en keek naar buiten, en zie, de aardbodem was opgedroogd" (Gen. 8:13). Er is een nieuw begin. De Heere heeft met de watervloed alles wat bestond, verdelgd: "Zo verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, van mens tot dier, tot kruipende dieren en vogels in de lucht; verdelgd werden...
- Gegevens
- Categorie: Iniminies
- Hits: 865
Belasting betalen?
Handelingen 5:37 spreekt over Judas de Galileeër, een opstandeling. “In de dagen van de inschrijving maakte hij veel volk afvallig, dat hem volgde; en deze is ook omgekomen, en allen die naar hem luisterden, zijn uiteengedreven”. Mogelijk was deze Judas een Schriftgeleerde. Hij leidde een gewapende verzetsgroep* die protesteerde tegen o.a. de belastingheffing van de Romeinse overheid.
Elke veertien jaar werd de bevolking in de gehele Romeinse wereld geteld, om te bepalen hoeveel belasting stadhouders moesten innen en afdragen. Lukas 2:2 spreekt over zo’n telling onder Quirinius (Cyrenius HSV), waardoor Jozef en Maria naar Bethlehem trokken. Hierboven lezen we ook over zo’n ‘inschrijving’.
Hiertegen protesteerde Judas met zijn leuze: “We hebben geen Heer of meester dan God”. Oftewel: het dienen van de Romeinse keizer met belastinggeld, is verraad aan de Mozaïsche wet.
Verbood de Wet het innen van belasting voor de keizer? Een gewetensvraag van financieel en religieus belang. In en buiten Galilea keerden Judas’ volgelingen zich tegen de belastingheffing, die zwaar was. Niet te vergeten: het volk betaalde ook tienden aan de tempel (Num. 18). De Heere kende vast deze discussie, want Zijn discipelen Levi en Mattheüs waren tollenaars (Matt. 10:3; Luk. 5:27).
In Jeruzalem, het bolwerk van overpriesters en Schriftgeleerden, werd Jezus met deze vraagstelling geconfronteerd. Men wilde Hem publiekelijk uitlokken. Omdat de leiders bang waren voor het volk gingen zij met list te werk (Luk. 20: 19). “Zij hielden Hem nauwlettend in het oog en stuurden spionnen die zich voordeden alsof zij rechtvaardig waren, met de bedoeling Hem op een woord te vangen en Hem dan over te leveren aan de overheid en aan de macht van de stadhouder. En zij stelden Hem een vraag en zeiden: Meester, wij weten dat U juist spreekt en onderwijs geeft en niemand naar de ogen ziet, maar de weg van God naar waarheid onderwijst. Is het ons geoorloofd de keizer (ltl. Caesar) belasting te betalen of niet?” (Luk. 20:20-22) Een subtiel gestelde vraag!
Wat zou de Meester antwoorden? Zou Hij zich compromitteren met de opvatting van Judas, het volk, of met de Romeinse overheid? Zou Hij de Mozaïsche wet geweld aandoen? In het laatste geval zouden de godsdienstige leiders Hem gevangennemen.
“Hij merkte hun sluwheid en zei tegen hen: Waarom verzoekt u Mij? Laat mij een penning (denarion) zien. Van wie is het beeld en opschrift?** Zij antwoordden en zeiden: Van de keizer (ltl. Caesar). En Hij zei tegen hen: Geef dan aan de keizer (Caesar) wat van de keizer (Caesar) is en aan God wat van God is. Zij nu konden Hem tegenover het volk op Zijn woord niet vangen en zij verwonderden zich over Zijn antwoord en zwegen” (Luk. 20:23-26).
-------------------
“Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld” (Rom. 13:1).
-------------------
Ps. De Heere betaalde ook belasting (Matt. 17:24-28).
Ineke van Lieshout
* Hieruit kwamen de Zeloten voort.
** Caesar, de eerste keizer op een munt afgebeeld.
Afbeelding -> https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Iulius_Caesar_denarius_44_BC_851830.jpg
Copyright Creative Commons Attribution-Share Alike 2.5 Generic license.
Plaatje verkleind.