-
Dagboek - Dag 17
Dag 17 "Op de derde dag sloeg Abraham zijn ogen op, en hij zag die plaats in de verte" (Gen. 22:4). De Heere vraagt aan Abraham: "Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal" (Gen. 22:2). Abraham is gehoorzaam en gaat op weg. Moria betekent: voorzien zal de Heere. Abraham wist dat het goed zou komen. De derde dag wijst op opstanding, nieuw leven. Bij de schepping brengt de...
"Vrees klopte aan de deur, Geloof deed open. Er was niemand."
- Gegevens
- Categorie: Iniminies
- Hits: 894
Feestje! Koningsdagen
Het vieren van koninklijke geboortedagen is al oud. Het stamt waarschijnlijk uit Perzië. Egypte kende dit gebruik (Gen. 40:20). De farao gaf een banket voor al zijn dienaren op zijn geboortedag. Heilige dagen waren het en met grote vreugde vierde men de festiviteiten, - een landelijke vrije dag en gevangenen kregen gratie, zoals het hoofd van de schenkers van de farao (vers 21).
Was het wel de dag waarop de farao ter wereld kwam? Egyptologen menen dat het zijn kroningsdag was. Op die dag was hij, volgens de Egyptische religie, tot god verheven; dé geboortedag van zijn onsterflijk leven.
Hosea schrijft ook over ‘de dag van de koning’. De tekst spreekt over wat in Israëls geschiedenis op zo’n dag plaatshad. Joodse commentatoren denken hierbij aan koning Jerobeam, aan de viering van dag dat hij de eerste maal offers bracht aan zijn twee gouden kalven (1 Kon. 12:32). Anderen menen dat het zijn kroningsdag was.
De profeet verhaalt: “Op de dag van onze koning maken de vorsten hem ziek met de gloed van wijn. Hij reikt spotters de hand” (Hos. 7:5). Men schiep, volgens de verzen daarna, een sfeertje van: laten we op de koning drinken en ons overgeven aan (seksuele) onmatigheid, door de hitte van wijn. Vergetende zijn waardigheid toostte de koning met gasten die spotten met God. Jesaja zou zeggen: “Harp en luit, tamboerijn en fluit, en wijn– dat zijn hun drinkgelagen, maar voor de daden van de HEERE hebben zij geen oog; het werk van Zijn handen zien zij niet” (Jes. 5:12).
Op deze feestdagen deelden de hoogst geplaatsten van het rijk in de feestvreugde. Heerlijk tafelen en genieten van het vermaak. Hetzelfde vinden we bij koning Herodes Antipas die een grootse party gaf. Markus 6:21: “Herodes had op zijn verjaardag een maaltijd aangericht voor zijn rijksgroten en de oversten over duizend en de voornaamsten van Galilea”.
Op dit feest danste Salomé, dochter van zijn tweede vrouw Herodias, in het midden van de gasten. Dit behaagde Herodes (Matt. 14:6). Nogal onder de indruk bezwoer hij: “vraag van mij wat je wilt en ik zal het je geven” (Mark. 6:22b). Wat wilde zij? Haar moeder fluisterde: “het hoofd van Johannes de Doper”. Waarom? Herodias haatte Johannes, want hij had tegen Herodes gezegd: “Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben” (Mark. 6:18). Diezelfde avond vond Johannes de dood. Waar een feest al niet toe kan leiden!
Gods Woord profeteert over een andere kroningsdag, een profetie die een periode betreft. “Op die dag (letterlijk in die dag) zal de HEERE van de legermachten tot een schitterende kroon en sierlijke krans zijn voor de rest van Zijn volk” (Jes. 28:5). Met het overblijfsel van Juda en Benjamin richt de HEERE in die dag het messiaanse koninkrijk op. Hij wordt een kroon van vreugde en een diadeem van lof voor zijn volk. Dat is nog niet alles. Op de berg Sion zal de HEERE voor alle volken een feestmaal aanrichten met uitgelezen gerechten en zuivere gerijpte wijnen (Jes. 25:6). Wat een dag zal dat zijn.
Ineke van Lieshout
Afbeelding -> bron:https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Herodias_with_the_Head_of_St._John_the_Baptist_-_Paul_Delaroche_-_Wallraf-Richartz_Museum_-_Cologne_-_Germany_2017.jpg
Was het wel de dag waarop de farao ter wereld kwam? Egyptologen menen dat het zijn kroningsdag was. Op die dag was hij, volgens de Egyptische religie, tot god verheven; dé geboortedag van zijn onsterflijk leven.
Hosea schrijft ook over ‘de dag van de koning’. De tekst spreekt over wat in Israëls geschiedenis op zo’n dag plaatshad. Joodse commentatoren denken hierbij aan koning Jerobeam, aan de viering van dag dat hij de eerste maal offers bracht aan zijn twee gouden kalven (1 Kon. 12:32). Anderen menen dat het zijn kroningsdag was.
De profeet verhaalt: “Op de dag van onze koning maken de vorsten hem ziek met de gloed van wijn. Hij reikt spotters de hand” (Hos. 7:5). Men schiep, volgens de verzen daarna, een sfeertje van: laten we op de koning drinken en ons overgeven aan (seksuele) onmatigheid, door de hitte van wijn. Vergetende zijn waardigheid toostte de koning met gasten die spotten met God. Jesaja zou zeggen: “Harp en luit, tamboerijn en fluit, en wijn– dat zijn hun drinkgelagen, maar voor de daden van de HEERE hebben zij geen oog; het werk van Zijn handen zien zij niet” (Jes. 5:12).
Op deze feestdagen deelden de hoogst geplaatsten van het rijk in de feestvreugde. Heerlijk tafelen en genieten van het vermaak. Hetzelfde vinden we bij koning Herodes Antipas die een grootse party gaf. Markus 6:21: “Herodes had op zijn verjaardag een maaltijd aangericht voor zijn rijksgroten en de oversten over duizend en de voornaamsten van Galilea”.
Op dit feest danste Salomé, dochter van zijn tweede vrouw Herodias, in het midden van de gasten. Dit behaagde Herodes (Matt. 14:6). Nogal onder de indruk bezwoer hij: “vraag van mij wat je wilt en ik zal het je geven” (Mark. 6:22b). Wat wilde zij? Haar moeder fluisterde: “het hoofd van Johannes de Doper”. Waarom? Herodias haatte Johannes, want hij had tegen Herodes gezegd: “Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben” (Mark. 6:18). Diezelfde avond vond Johannes de dood. Waar een feest al niet toe kan leiden!
Gods Woord profeteert over een andere kroningsdag, een profetie die een periode betreft. “Op die dag (letterlijk in die dag) zal de HEERE van de legermachten tot een schitterende kroon en sierlijke krans zijn voor de rest van Zijn volk” (Jes. 28:5). Met het overblijfsel van Juda en Benjamin richt de HEERE in die dag het messiaanse koninkrijk op. Hij wordt een kroon van vreugde en een diadeem van lof voor zijn volk. Dat is nog niet alles. Op de berg Sion zal de HEERE voor alle volken een feestmaal aanrichten met uitgelezen gerechten en zuivere gerijpte wijnen (Jes. 25:6). Wat een dag zal dat zijn.
Ineke van Lieshout
Afbeelding -> bron:https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Herodias_with_the_Head_of_St._John_the_Baptist_-_Paul_Delaroche_-_Wallraf-Richartz_Museum_-_Cologne_-_Germany_2017.jpg
Copyright: publiek domein
Plaatje verkleind.
Herodias with the head of St. John the Baptist, Paul Delaroche, Wallraf Richartz Museum, Colonge, Germany 2017