-
Dagboek - Dag 17
Dag 17 "Op de derde dag sloeg Abraham zijn ogen op, en hij zag die plaats in de verte" (Gen. 22:4). De Heere vraagt aan Abraham: "Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal" (Gen. 22:2). Abraham is gehoorzaam en gaat op weg. Moria betekent: voorzien zal de Heere. Abraham wist dat het goed zou komen. De derde dag wijst op opstanding, nieuw leven. Bij de schepping brengt de...
- Gegevens
- Categorie: Iniminies
- Hits: 1335
Een biertje van Thomas
Discipel Thomas wordt door Johannes ook Didymus genoemd. Hoe dat zo? Thomas is Aramees en Didymus is Grieks, twee talen die destijds in Israël werden gesproken. Zij betekenen ‘tweeling’.
Was Thomas er een van een tweeling? Waarschijnlijk. Dit deelt hij in de Bijbel dan met Jakob en Ezau (Genesis 25:24) en Zerah en Perez (Genesis 38:27), mannen van naam. Ook Thomas maakte grote indruk en werd alom bekend als de ‘ongelovige Thomas’.
Er is zelfs een roodbruin winterbier naar hem vernoemd: ‘ongelovige Thomas’. De brouwer sluit hiermee aan op zijn datum op de heiligenkalender, 21 december. Alle gekheid op een stokje, wat weten we van hem?
In de namenlijsten wordt hij vermeldt met Mattheüs, zoon van Alfeüs en Jakobus ook zoon van Alfeüs. In de tekst is hij er tussenin geplaatst (Marcus 3:18). Daarom leeft de gedachte dat Mattheüs, Thomas en Jakobus broers waren, drie zonen van Alfeüs.
Thomas was resoluut. Toen Jezus vast besloten was om naar Judea te gaan, met de kans dat Hij gedood zou worden, zei Hij tegen de andere discipelen: "Laten we ook gaan, opdat we met hem sterven." (Johannes 11:16) Wat moedig! Hij had de Heere lief.
Tijdens het laatste avondmaal horen we ook van hem. Jezus had het er over dat Hij naar de Vader zou terugkeren. Zijn discipelen wisten toch wel waar Hij naar toe ging? Hierop reageerde Thomas: “Heer, wij weten niet waar U heengaat en, hoe kunnen wij de weg weten?” De Heer antwoordde toen: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij" (Johannes 14: 5, 6). Een zin die tot op de dag van vandaag de weg van het geloof aangeeft.
Na de opstanding toonde de Heer aan de discipelen Zijn doorstoken handen en Zijn bezeerde zij. Geen twijfel meer dat Hij het was, want er was onzekerheid over onder hen (Mattheüs 28:17). De Heer bemoedigde en sprak: “Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. En nadat Hij dit gezegd had, blies Hij op hen en zei tegen hen: Ontvang de Heilige Geest” (Johannes 20:21b, 22). Zij kregen toen bevoegdheid om in het Koninkrijk der Hemelen zonden te vergeven of toe te rekenen. Opvallend, daar was Thomas niet bij, zegt vers 24.
Kort daarop hoorde Thomas de ins en outs van deze ontmoeting. Kon hij dit aannemen? Hij wilde bewijs. “Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven” (Johannes 20:25).
Acht dagen later. De Heer was opnieuw bij zijn discipelen. Ditmaal was Thomas erbij. Jezus nodigde hem uit Zijn littekens te bevoelen en op dat moment beleed Thomas onmiddellijk en riep: "Mijn Heer en mijn God" (Johannes 20: 19-29). Eindelijk was hij ervan overtuigd dat de Heer uit de dood was opgestaan.
“Wees niet ongelovig, maar gelovig”, zei de Heer (Johannes 20:27).
Ineke van Lieshout
afbeelding --> bron: https://www.jopenbier.nl/bieren/jopen-ongelovige-thomas