-
Dagboek - Dag 110
Dag 110 "Op die dag kwam Gad bij David en zei tegen hem: Ga de heuvel op en richt op de dorsvloer van Arauna, de Jebusiet, een altaar op voor de HEERE" (2 Sam. 24:18). David moet de dorsvloer van Arauna (ook wel Ornan genoemd) kopen om een altaar op te richten. Op deze plaats is de tempel gebouwd: "Toen begon Salomo het huis van de HEERE te bouwen, in Jeruzalem, op de berg Moria, waar de HEERE aan zijn vader David verschenen was, op de plaats die David bepaald had, op de dorsvloer...
"Heb de moed niet hoogmoedig, maar ootmoedig te zijn"
- Gegevens
- Categorie: Inleiding boeken Nieuwe Testament
- Hits: 7555
Inleiding tot de 2e brief aan Timotheus
uit: AMEN 64, pagina 31 | Hoite B. Slagter |
AlgemeenWat in het vorige nummer van AMEN stond onder 'Algemeen' geldt ook hier. Echter: de eerste Timotheusbrief (en de brief aan Titus) werden door Paulus in vrijheid geschreven; deze 2e Timotheusbrief schreef hij vanuit gevangenschap. Daarmee is deze brief eigenlijk een 'verlate' gevangenschapsbrief en is zelfs de allerlaatste brief van Paulus. Dat is goed merkbaar want dit schrijven draagt het karakter van afscheid nemen; het is een wat weemoedige, trieste brief.Schrijver, ontstaan en bestemmingPaulus schrijft aan Timotheus (hfdst. 1:2). Naar alle waarschijnlijkheid bevond Timothes zich evenals op het moment van het schrijven van de eerste Timotheusbrief nog steeds in Efeze. Paulus verwijst namelijk naar Onesiforus, die "goede diensten" bewezen heeft te Efeze (hfdst. 1:16-18; vgl. hfdst. 4:19).
Waar geen enkele twijfel over kan bestaan, is de verblijfplaats van Paulus; over Onesiforus schrijft hij: "Integendeel, toen hij te Rome gekomen was, heeft hij mij ijverig gezocht en mij ook gevonden" (hfdst. 1:17). Daar, in Rome, verbleef hij - inmiddels voor de tweede keer - als gevangene. Waar hij gedurende zijn eerste gevangenschap echter een relatieve vrijheid genoot (zo mocht hij in een eigen gehuurd huis wonen met een soldaat die hem bewaakte, Handelingen 28:16 en 30), daar werd hij nu behandeld als een misdadiger (hfdst. 2:8). Waarschijnlijk is de apostel in de winter (vgl. hfdst. 4:2 en 21) van 67 / 68 ter dood gebracht. Vlak daarvoor moet hij de brief geschreven hebben, als een geestelijk testament. Ca twee jaar na het sterven van Paulus vond de verwoesting van Jeruzalem plaats. StructuurA 1:1-7 Groet en herinnering.. B 1:8-18 Paulus en zijn boodschap verlaten (vers 15) ..... a De Heer is zijn beschermer (vers 12) ........ b Fygelus en Hermogenes keerden zich af (vers 15) ........... c Onesiforus - de Heer bewijze hem barmhartigheid (vers 16) ............. d Paulus de verkondiger (kerux) der heidenen (vers 11) ........ C 2:1-13 Onderwijs wat je van mij gehoord hebt (vers 1 en 2) ........... a lijden en heersen (vers 11 en 12) .............. b een goed (kalos) soldaat (vers 3) ................ c De krans ontvangen (stefano'o) (vers 5) .................. d Kwaad lijden (kakopatheoo) (vers 3 en 9) ........... D 2:14-26 Hymeneus en Filetus uit het spoor der waarheid (vers 17 en 18) .............. a Zij drijven (prokopto) de goddeloosheid verder (vers 16) ................. b Bekering tot erkentenis der waarheid (vers 25) .................... c Wel beproefd (dokimos) (vers 15) ........... D 3:1-9 Jannes en Jambres wederstaan de waarheid (vers 8) .............. a Zij zullen het niet verder brengen (prokopto) (vers 9) ................. b Zonder ooit tot erkentenis der waarheid te komen (vers 7) .................... c De toets niet doorstaan (adokimos) (vers 8) ........ C 3:10-4:8 Aandacht voor mijn onderwijs ........... a Lijden en heersen (hoofdstuk 3:11-12 en 4:1) .............. b De goede (kalos) strijd (Hoofdstuk 4:7) ................. c De krans (stefanos) (Hoofdstuk 4:8) ................... d Aanvaard het lijden (kakopatheoo) (Hoofdstuk 4:5) .. B 4:9-18 Paulus en zijn boodschap verlaten ..... a De Heer is zijn beschermer (vers 17) ........ b Demas heeft mij verlaten (vers 10) ........... c Alexander - de Heer vergelde hem (vers 14) ............. d Paulus' verkondiging (kerugma) tot de heidenen (vers 17) A 4:19-22 Groet en lofprijzing Doel en inhoudDe tweede Timotheusbrief is een afscheidsbrief. Paulus draagt de verkondiging over aan Timotheus (hfdst. 2:1 en 2 en 4:1-5), maar schrijft ook dat zijn bediening erop zit. Hij heeft zijn "loop ten einde gebracht" (hfdst. 4:7). En zijn "verscheiden" (Statenvertaling: "ontbinding") stond voor de deur. De wens die hij in Handelingen 20:24 uitsprak, namelijk dat hij zijn loop ten einde mocht brengen, was hier 'vervuld'.
Toch moet het voor de apostel allemaal niet gemakkelijk zijn geweest. Wie Handelingen 19:10 vergelijkt met 2 Timotheus 1:15 proeft de enorme tragiek. Waar Paulus de in het Oude Testament gegronde, profetische boodschap verkondigde, konden en wilden velen hem aanhoren. Maar de boodschap die hij in zijn (eerste) gevangenschap mocht bekendmaken - dat rijke Woord met betrekking tot de verborgenheid van Christus - veroorzaakte dat "allen in Asia" zich van hem afkeerden. Al met al zien we een apostel (met een bediening waarvan de uitwerking menselijk gesproken geen succesverhaal was) geheel teruggeworpen op Zijn Heer en Heiland (vs. 16 en 17). Een indringende les voor ons: als je het Woord van God wilt verkondigen en uitleven zoals God dat bedoeld heeft, zul je je uiteindelijk slechts op Hem kunnen verlaten. "... ik weet op Wie ik mijn vertrouwen heb gevestigd ..." (hfdst. 1:12). Kernteksten"Verkondig het Woord (...) er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen (...) ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden, voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid ..." (hfdst. 4:2, 3, 6 en 7).De structuren die in deze artikelenserie staan, zijn deels gebaseerd op die van Dr. E.W. Bullinger en C.H. Welch. Voor meer informatie over het ontstaan en de chronologie van de Nieuwtestamentische brieven raden we de Morgenrood-uitgave Gods Woord wijst ons de weg (ISBN 90-6694-199-5) aan. |