5:6
Zeven geesten – Zie beschrijving bij 3:1.
Staande als geslacht – hoe dat er uitziet weten we (nog) niet, maar het wijst in ieder geval terug naar Zijn komst en verlossingswerk in het verleden. Hij, die eertijds de Knecht van de Heere was om te lijden en te sterven, is opgestaan en zal in de toekomst verschijnen als de Koning-Knecht.
Het woord voor Lam betekent eigenlijk: lammetje. De Leeuw is beeld van kracht, overwinning en koningschap. Hij is de Leeuw uit de stam van Juda, de koninklijke stam. Het ‘lammetje’ staat symbool voor zwakte en weerloosheid. Voor een leeuw ga je op de vlucht, maar een lammetje wil je aaien. Het lam als geslacht wijst op het offer "… zoals ook de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen" (Matt. 20:28). Hij was de Koning, uit het huis van David. Maar Hij werd vernederd, Hij nam deel aan het leven op aarde. "Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt" (Jes. 53:4). Waar de oudste op de Leeuw wees en Johannes het Lam ziet, daar zit nu zo’n tweeduizend jaar tussen. Het Lam wijst op de eerste komst om te lijden en de Leeuw op Zijn wederkomst in heerlijkheid.
-
Dagboek - Dag 280
Dag 280 "Want zoals de bliksem flitst van de ene plaats onder de hemel en naar de andere plaats onder de hemel licht, zo zal ook de Zoon des mensen zijn op Zijn dag" (Luk. 17:24). De komst van de Koning wordt door de Heere vergeleken met de bliksem. Het is als in de dagen van Noach of de dagen van Lot. De mensen zijn druk met zichzelf, je leeft immers maar één keer. Pluk de dag. "Op dezelfde manier ook, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten,...
- Gegevens
- Categorie: Het boek Openbaring
- Hits: 390
Deel 6 - het boek Openbaring
Het boek Openbaring is een verslag van wat Johannes gezien heeft met betrekking tot de Dag des Heeren. Het zijn profetische woorden waarin met name de situatie van Israël beschreven wordt in de tijd voorafgaand aan en rond de wederkomst van de Heere Jezus Christus. Zijn komst is de hoop voor deze wereld, zoals Hij Zelf heeft gezegd: “Zie, Ik maak alle dingen nieuw” (Openb. 21:5).
‘Slachten’ komt van het Griekse woord sphazo dat slachten of doodslaan betekent: "… niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood" (1 Joh. 3:12). Hier had ook kunnen staan: Kaïn slachtte Abel. Het kan ook vertaald worden met (ver)wond: "… het eerste beest … waarvan de dodelijke wond genezen was" (Openb. 13:12b). Het is dus een algemeen woord en je zou het dus ook kunnen vertalen met slachtofferen. "En het bloed van profeten en heiligen en van allen die geslacht zijn op de aarde, is in deze stad gevonden" (Openb. 18:24). Ze zijn gedood, maakt niet uit op welke manier. Het Griekse woord voor daadwerkelijk (fysiek) slachten/doden is thuo: "… want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus" (1 Kor 5:7b).
5:8
Reukwerk – "Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn" (Ps. 141:2).
Gebeden van de heiligen – "Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die nacht en dag tot Hem roepen, hoewel Hij hen soms lang laat wachten?" (Luk. 18:7). Het is een priesterlijke taak die uitgevoerd wordt door de vierentwintig oudsten.
5:9
Het Lam is het waard – "Toen betaling geëist werd, werd Híj verdrukt, Maar Hij deed Zijn mond niet open. Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open" (Jes. 53:7). Een schaap verweert zich niet. De Heere Jezus ging net zo in gehoorzaamheid aan Zijn Vader. Hij was niet opstandig. Het bloed heeft niet alleen gevloeid om de mensen te redden, maar om de hele schepping weer op te kunnen eisen.
5:10
Koningen en priesters – het gaat over Israël: "U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken" (Exod. 19:6). In Openbaring gaat het over het koningschap dat in handen is van satan en overgaat in de handen van de Heere Jezus Christus. In Daniël gaat het over het koningschap dat in handen is van de heidenen dat overgaat in de handen van Israël.
5:11
De troon – "Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon waren vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Een rivier van vuur stroomde en ging voor Zijn aangezicht uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht. Het gerechtshof hield zitting en de boeken werden geopend. Toen keek ik, vanwege het geluid van de grote woorden die de horen sprak. Ik keek toe totdat het dier gedood werd en zijn lichaam vernietigd werd, en aan het laaiend vuur werd prijsgegeven. Ook de rest van de dieren ontnam men hun heerschappij, want verlenging van het leven was hun gegeven tot een bepaald tijdstip en een bepaalde tijd. Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan" (Dan. 7:9-14).
5:12
Waard te ontvangen – Alle aandacht voor het Lam.
5:13
Elk schepsel – "Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader" (Fil. 2:9–11). Hier wordt het allemaal zichtbaar. En hier wordt de toon gezet. De machtsovername door de Rechthebbende, Die de prijs heeft betaald met Zijn kostbaar bloed en de overwinning heeft over de macht der duisternis. De hemelen zullen eerst gereinigd worden en daarna de aarde. Hemelen en aarde worden onderworpen aan de Schepper van hemelen en aarde. "Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de HEERE van de legermachten" (Zach. 4:6).
Hoofdstuk 6
We zien hier de uitwerking op aarde van het openen van de zeven zegels van de boekrol.
6:1
Het Lam – Het Lam is de hoedanigheid van de Heere Jezus waarin de zegels worden geopend. De boekrol, de eigendomsakte, mag geopend worden. De oudste wijst op de Leeuw. De Leeuw duidt op overwinning, de verheerlijkte Christus; de Leeuw mag de zegels verbreken en het eigendom opeisen (5:5). Maar Johannes ziet een Lam als geslacht. Het Lam wijst op de vernedering. Het Lam gaat de zegels openen. Elke keer als het Lam genoemd wordt, is dit een verwijzing naar het verlossingswerk op het kruis van Golgotha.
Zegels – De zeven zegels worden verdeeld in 4+3. Bij de eerste vier komt een paard van een bepaalde kleur. Deze eerste vier zegels gaan over de aanloop naar de laatste helft van de laatste jaarweek; die laatste helft wordt de grote verdrukking genoemd. In onze tijd zijn sommige dingen ook al zichtbaar. Maar met de laatste drie zegels zit je meer in de tijd van de grote verdrukking of zelfs al aan het eind, als de Heere terugkomt.
Dit geldt ook voor de bazuinen: 4+3. Vier engelen blazen op de bazuin, dit is ook weer vóór de tijd van de grote verdrukking. Daarna komen de drie weeën van de drie bazuinen en die hebben direct te maken met de openbaring van de Heere Jezus Christus.
De profeet Zacharia heeft het ook over paarden: "Opnieuw sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, vier wagens kwamen tevoorschijn tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper. De eerste wagen had rode paarden, de tweede wagen zwarte paarden, de derde wagen witte paarden en de vierde wagen sterke, gevlekte paarden. Ik nam het woord en zei tegen de Engel Die met mij sprak: Wat betekenen deze wagens, mijn Heere? Daarop antwoordde de Engel en zei tegen mij: Dat zijn de vier winden van de hemel, die eropuit trekken van de plaats waar zij voor de Heere van heel de aarde hebben gestaan. Die de zwarte paarden hebben, trekken uit naar het land van het noorden; de witte paarden trekken uit, hen achterna, en de gevlekte trekken uit naar het land van het zuiden. En de sterke paarden trokken uit en wilden het land door gaan, want Hij had gezegd: Ga, ga het land door. Toen gingen zij het land door" (Zach. 6:1-7). Deze paarden hebben te maken met windrichtingen, de vier winden (vgl. 7:1). De kleuren komen overeen met de paarden uit de zegels.
Elk paard wordt aangekondigd door een van de vier dieren.
1e zegel (6:1) | 2e zegel (6:3) | 3e zegel (6:5) | 4e zegel (6:7) |
1e dier Leeuw | 2e dier Kalf | 3e dier Mens | 4e dier Arend |
wit paard | rood paard | zwart paard | grauw paard |
Matt. 24:4 en 5 de antichrist of schijnchristussen |
Matt. 24:6–7a |
Matt. 24:7b |
Matt. 24:7c besmettelijke ziekten en aardbevingen |
6:2
Wit paard – In de HSV staat hier ‘Hij’ met een hoofdletter. Het gaat hier echter niet om de Heere Jezus Christus, maar om een schijnchristus. "Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen" (Joh. 5:43).
6:6
Een maat tarwe – Dit is het deel wat een slaaf kreeg.
Een penning – Dit staat gelijk aan een dagloon.
6:9
Zielen onder het altaar – "Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam" (Matt. 24:9).
Geslacht – Bijvoorbeeld door onthoofding.
Omwille van het woord en het getuigenis – zie 1:9. Het gaat om gelovigen die het Woord van God kennen en gehoorzaam zijn, en het getuigenis van Christus in hun hart dragen en daar ook van getuigen (vgl. 3:8). Het woord en het getuigenis kan ook betrekking hebben op het boek Openbaring zelf: "Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven. Deze heeft van het Woord van God getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft" (Openb. 1:1 en 2). Hier zien we weer die twee dingen en dan slaat het op alles wat hij heeft gezien. Johannes was op Patmos om dit te zien, dan is het getuigenis het boek Openbaring zelf. De Israëlieten die nu leven, kennen het boek Openbaring niet. Maar in de eindtijd zullen er Israëlieten zijn die kennis nemen van het boek Openbaring waarin die tijd beschreven wordt. Maar zullen ze dat dan ook geloven en daaraan vasthouden? Ze kunnen dan zien van de antichrist en het beeld dat aanbeden moet worden. In de Openbaring kunnen ze de consequentie daarvan lezen. Wie niet aanbidt, zal gedood worden (13:15). Het boek Daniël wordt dan ook actueel: "Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten!" (Matt. 24:15). Er zullen ook mensen zijn die het niet lezen.
6:10
Ons bloed – Hun leven is hen ontnomen, maar de dood van een onschuldige gaat niet aan God voorbij.
Hoelang – Ze weten dat God zal ingrijpen, maar hoelang duurt dat nog? Totdat Christus Zich openbaart (zie 19:2).
6:11
Korte tijd – De tijd tot de openbaring van Christus. Hij zal recht doen aan degenen die geslacht zijn om het getuigenis. Dit heeft te maken met de laatste helft van de jaarweek, de tijd van grote verdrukking.
Aantal volledig – Nog heel wat broeders en zusters moeten gedood worden, het getal is nog niet vol. Het gaat bij God altijd om een volheid, er is dan alle aanleiding om in te grijpen, God handelt niet impulsief.
6:12 en 13 Aardbeving en tekenen aan zon, maan en sterren
Zware aardbeving – "Daarom zal Ik de hemel doen sidderen, en de aarde zal lostrillen van haar plaats om de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten, en om de dag van Zijn brandende toorn" (Jes. 13:13). De aarde kan lostrillen, omdat hij vast staat. De aarde is gefundeerd, gegrondvest. "Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten, die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen" (Ps. 104:5). Maar op de Dag des Heeren zal de Heere de aarde lostrillen: "Ik zal doen beven de hemel en de aarde. Ik zal de troon van de koninkrijken omverwerpen en de kracht van de koninkrijken van de heidenvolken wegvagen. Ik zal de wagen met zijn berijder omverwerpen; de paarden en hun ruiters zullen neerstorten, ieder door het zwaard van zijn broeder" (Hag. 2:22 en 23).
"Zijn stem bracht indertijd de aarde aan het wankelen. Nu echter heeft Hij openlijk verkondigd: Nog eenmaal zal Ik niet alleen de aarde, maar ook de hemel doen beven. Dit ‘nog eenmaal’ duidt op de verandering van de dingen die kunnen wankelen als van dingen die gemaakt zijn, opdat de dingen die onwankelbaar zijn, zouden blijven" (Hebr. 12:26 en 27). De eerste keer, bij de berg Sinaï, was de aardbeving een plaatselijke aangelegenheid, zoals een aardbeving dat meestal is. Maar hier gaat het een stapje verder, niet alleen de aarde beeft, maar ook de hemel. Bij de kruisiging van de Heere Jezus was er ook een aardbeving (Matt. 27:54) en ook bij Zijn opstanding (Matt. 28:2). De aardbeving bij het zesde zegel is van een geheel andere orde. "Dan zullen zij de grotten van de rotsen binnengaan en de holen in de grond, uit angst voor de HEERE en vanwege de glorie van Zijn majesteit, als Hij opstaat om de aarde te verschrikken" (Jes. 2:19).
"Angst, valkuil en strik over u, bewoners van de aarde! En het zal gebeuren dat wie vlucht voor het beangstigende geluid, neervallen zal in de valkuil; en wie opklimt uit het midden van de valkuil, gevangen zal worden in de strik. Want de sluizen in de hoogte worden geopend en de fundamenten van de aarde zullen beven. Scheuren, openscheuren zal de aarde, splijten, opensplijten zal de aarde, vervaarlijk wankelen zal de aarde, hevig waggelen zal de aarde, als een dronkaard. Zij zal heen en weer slingeren als een nachthutje, haar overtreding zal zwaar op haar drukken, zij zal neervallen en niet meer opstaan. Op die dag zal het gebeuren dat de HEERE de legermacht van de hoogte in de hoogte en de koningen van de aardbodem op de aardbodem zal straffen" (Jes. 24:17-21). Het woord ‘sluizen’ is eigenlijk: vensters. Vroeger bij de zondvloed heeft de Heere de wereld geoordeeld en de sluizen van de hemel opengezet (Gen. 7:11). Maar God heeft beloofd dat de aarde nooit meer door het water zal vergaan (Gen. 9:11). Een venster is een opening in de hemel.
"Ach, die dag! Ja, de dag van de HEERE is nabij, en hij zal komen als een verwoesting van de Almachtige" (Joël 1:15). Verwoesting gaat vooraf aan de Dag des Heeren. "Blaas de bazuin in Sion, sla alarm op Mijn heilige berg, laat alle inwoners van het land sidderen, want de dag van de HEERE komt, ja, is nabij! Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en donkere wolken"
(Joël 2:1 en 2a).
Tekenen aan zon, maan en sterren – Na de verdrukking komen tekenen aan zon, maan en sterren en daarna komt de openbaring van Christus. Joël profeteert daarover: "Bij die aanblik siddert de aarde, beeft de hemel. Zon en maan worden in zwart gehuld en de sterren trekken hun licht in. En de HEERE laat Zijn stem klinken voor Zijn leger uit, want Zijn leger is zeer groot, ja, machtig is Hij, Die Zijn woord ten uitvoer brengt. Groot is immers de dag van de HEERE en zeer ontzagwekkend. Wie zal hem kunnen verdragen?" (Joël 2:10 en 11, zie ook vs. 30-32). Hoe erg de oordelen ook zijn, God zal nooit degene afwijzen die tot Hem roept.
"Menigten, menigten in het dal van de dorsslede, want de dag van de HEERE is nabij in het dal van de dorsslede. Zon en maan worden in zwart gehuld en de sterren hebben hun schijnsel ingetrokken. De HEERE zal vanaf Sion brullen als een leeuw, vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken, zodat hemel en aarde zullen beven. Maar de HEERE is een toevlucht voor Zijn volk en een vesting voor de Israëlieten" (Joël 3:14–16). Een dorsslede is een hout met pinnen die je over het graan trekt om de korrels eruit te trekken. Daarmee werd het kaf van het koren gescheiden.
"En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid" (Matt. 24:29 en 30). Johannes heeft dit allemaal gezien.
Sterren – de sterren vallen op de aarde. Er staat niet dat alle sterren op de aarde vallen. Als ze op de aarde kunnen vallen, geeft dit aan dat sterren niet zo groot zijn als men vandaag beweert.
6:14
De hemel wijkt als een boekrol – Nu is de hemel gesloten, maar dan gaat hij open. En de bergen op aarde worden van hun plaats gerukt, omdat de aarde vast zit aan de hemel. "Hij is het Die de hemel uitspant als een dunne doek en uitspreidt als een tent om in te wonen" (Jes. 40:22). Het einde van het uitspansel is de aarde. Later wordt de tempel in de hemel geopend (11:19). Foto p 18-21 Hemel-open
De mensen vluchten weg als de hemel opengaat en ze in de hemel kunnen kijken. Iets wat ze nooit voor mogelijk hielden, gebeurt dan voor hun ogen. Grote paniek is het gevolg.
6:16
Troon - Vanaf de aarde wordt de troon en Hij Die op de troon zit zichtbaar.
Val op ons – De mensen zien de toorn, de uiterlijke woede van God, ze zien niet de gramschap, het gevoel van God waarom Hij boos is (zie 15:1).
6:17 De dag van Zijn toorn
Grote dag van Zijn toorn – De Dag des Heeren begint met de Dag van toorn. Ten eerste over Israël en daarna over de volken. De profeten in het Oude Testament hebben dit veelvuldig aangekondigd:
- "Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen" (Jes. 13:9);
- "Daarom zal Ik de hemel doen sidderen, en de aarde zal lostrillen van haar plaats om de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten, en om de dag van Zijn brandende toorn" (Jes. 13:13) en
- "Onderzoek uzelf nauwkeurig, ja onderzoek uzelf, volk zonder verlangen naar God, voordat het besluit het licht ziet – een dag gaat als kaf voorbij – voordat over u komt de brandende toorn van de HEERE, voordat over u komt de dag van de toorn van de HEERE. Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE" (Zef. 2:1-3).