-
Dagboek - Dag 110
Dag 110 "Op die dag kwam Gad bij David en zei tegen hem: Ga de heuvel op en richt op de dorsvloer van Arauna, de Jebusiet, een altaar op voor de HEERE" (2 Sam. 24:18). David moet de dorsvloer van Arauna (ook wel Ornan genoemd) kopen om een altaar op te richten. Op deze plaats is de tempel gebouwd: "Toen begon Salomo het huis van de HEERE te bouwen, in Jeruzalem, op de berg Moria, waar de HEERE aan zijn vader David verschenen was, op de plaats die David bepaald had, op de dorsvloer...
"Als ik tijd met God doorbreng, zie ik weer het juiste perspectief - Timothy Keller"
De kleine profeten - Joel- studie 02
Spreker: Peter Slagter- Gegevens
-
Serie: De kleine profeten
-
Datum: donderdag, 25 oktober 2012
-
Hits: 4723
-
Schriftgedeelte: Joël 1:1-3:21

Onder aan dit scherm kun je de preek beluisteren of downloaden.
Onderstaand verslag is ook te downloaden in pdf formaat
De kleine profeten - Joel - P.A. Slagter - 25/10/2012 - Studie 2
De naam Joel betekent JHWH is God. Jo = JHWH en El is van Elohim. Niemand weet hoe de naam van God is uit te spreken, want het Hebreeuws kent geen klinkers, het is een geheimenis.
Joël 2:27 Dan zult u weten dat Ik te midden van Israël ben, dat Ik, de HEERE, uw God ben, en niemand anders: Mijn volk zal voor eeuwig niet beschaamd worden!
Dat is waar het naar toe gaat, het volk moet weten dat de Here de God van Israël is en ook de hele wereld zal dit uiteindelijk weten.
God maakte Zich eerst bekend als de Almachtige, daarna met een naam, nl. de IK BEN, DE Aanwezige, zie Exodus 3 en Exodus 6, het geeft het karakter van onze God weer.
Dit in tegenstelling tot Allah, dat is de Arabische vertaling voor het woord god, het is dus geen naam.
In Joel 1:1 staat dat Joel de zoon is van Pethuel. Dit betekent door God uitgebreid of groot gemaakt. Joel profeteert hoofdzakelijk tot Juda en Benjamin, het 2 stammenrijk, hoewel dit niet altijd strikt te scheiden is. Het gaat in de profetie over het toekomstig herstel van gans Israël, de 12 stammen.
Eerst waren er de 12 stammen - na Salomo een verdeling tussen 10 en 2 stammen - in de toekomst gaat het weer over 12 stammen.
Het thema van Joel is de dag des Heren (Yom JHWH), er komt een dag die de Here toebehoort. Het is een periode (niet één dag). JHWH, of zoals het in onze vertaling staat de HEERE, zal Zich openbaren, eerst aan Israël en daarna aan de hele wereld.
Habakuk 2:14 Want de aarde zal vol worden met de kennis van de heerlijkheid van de HEERE zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Iedereen zal bekend zijn met de heerlijkheid van God, het zal niet meer zijn van horen zeggen.
1 Korinthe 4:3 Maar het betekent zeer weinig voor mij dat ik door u beoordeeld word of door enig menselijk oordeel. Ja, ik beoordeel ook mijzelf niet.
Het woord oordeel is hemera en betekent dag. Het gaat hier dus over de menselijke dag, het menselijk gericht, de mens regeert nu en het zal uitlopen op het hoogtepunt (of dieptepunt) in de mens der wetteloosheid. Openbaring 13 toont de exponent van het rijk van de duisternis, het beest, en deze maakt plaats voor de Rechtvaardige Mens, de exponent van het rijk van het licht.
Handelingen 17:31 en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan.
De Man is door de Here God aangesteld, Hij is de HEERE, JHWH.
In het Johannes-evangelie zijn de IK BEN uitspraken opgetekend, waarbij een koppeling wordt gemaakt met het Oude Testament met de HEERE.
Jesaja 44:6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, zijn Verlosser, de HEERE van de legermachten: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God.
Ook hier is er de link tussen Oude en Nieuwe Testament, zie Openbaring 1:8, 11; 21:6; 22:13. De macht en heerlijkheid worden geopenbaard in de Here Jezus Christus. In Mattheus 24 staat dat Hij zal komen op de wolken met grote macht en heerlijkheid.
In bijna alle boeken van de profeten wordt er over de dag des Heren gesproken. Eén Bijbelboek is er geheel aan gewijd, nl. het boek Openbaring. Johannes was 'in de geest' op de dag des Heren, hij werd verplaatst naar de toekomst, het boek Openbaring is een aanvulling op het Oude Testament.
De dag des Heren komt het meest voor in Joel nl. 4x. In Joel 2:1, 11, 31; 3:14. Joel is een korte beschrijving van wat er gebeurt op de dag des Heren.
Het gaat om 7 punten:
1) Het oordeel voor Israël en Juda vanwege ontrouw en ongerechtigheid.
2) Een oproep tot berouw en bekering, dit betekent dat het oordeel dus ontvlucht kan worden!
3) Een rest/overblijfsel komt tot bekering. Als zij roepen antwoordt de Here. Joël 2:32 Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aan aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.
Jesaja heeft 2 zonen: Maher Salal Chasbas, zijn naam betekent haastig buit, spoedig roof en spreekt over oordeel. De andere zoon heet Sear Jasub en betekent een rest/overblijfsel zal zich bekeren. Deze namen spreken over oordeel en herstel.
De Here wil aangeroepen worden. De Naam mag niet worden ontheiligd, maar wel worden uitgesproken. Heiligen is doen wat de Here zegt, dat is Hem eren! De orthodoxe Jood spreekt de Naam niet uit maar zegt Hashem (de naam) of Adonai, dat is een aanspreektitel. Dat is tragisch en triest.
4) Door bekering zal Geest op alle vlees gestort worden.
5) Juda en Israël zullen in genade worden aangenomen en het gericht over Israëls vijanden, dat zijn alle volken van de aarde, zal plaatsvinden.
6) De Here zal het land Israël herstellen en bestemmen voor het volk Israël.
7) Israël zal tot een zegen zijn voor en vanuit het midden van de aarde.
Uitgangspunt van de profetie is de sprinkhanenplaag, die ten tijd van het uitspreken van de profetie ook is geweest.
Joel 1:2-4 spreekt van een aantal sprinkhanen.
De NBG geeft in de vertaling de volgorde goed aan, het gaat van kwaad tot erger, het wordt steeds verwoestender.
Israël wordt als een boom gekarakteriseerd en kaal gevreten.
Babel en Egypte worden vaak als vijanden van Israël vermeld. Babel wordt het meest verbonden met de dag des Heren. Het is een verzamelnaam voor de vijanden van Israël in het algemeen. Israël is al eens door Babel uit het land gevoerd in de Babylonische ballingschap voor 70 jaar.
In de eindtijd zal Israël helemaal alleen komen te staan en onder leiding van Babel zal de wereld Israël kaalvreten. Het is wonderlijk dat de Here God dit toelaat om een afvallig volk te oordelen. In het verleden was Nebukadnezar de dienaar van de Here in het plan van God om Juda in ballingschap te leiden. Hij was een instrument in Gods hand.
In Joel 1:7 wordt de complete ontmanteling van Juda omschreven, de omschrijving gaat van kwaad tot erger.
In Joel 1:12 worden een aantal bomen genoemd, die in de Bijbel ieder een aspect van Israël weergeven.
De wijnstok spreekt van het doel van God met Israël, dat is vrucht dragen in relatie met de Here als de bruid van JHWH in het beloofde land. In Jesaja 5 wordt gesproken over de wijnstok uit Juda. Zie Hosea 10:1 en Johannes 15 waar de Here Jezus zegt dat Hij de Ware Wijnstok is, geboren vanuit Juda. Wijn spreekt van de Geest, de opgestane Here, wijn spreekt van vreugde. In Johannes 2 wordt de geschiedenis van de bruiloft te Kana beschreven. Eerst was er geen wijn, de vreugde was verdord, daarna kwam de beste wijn, een beeld van het Nieuwe verbond.
De vijgenboom spreekt van Israël als natie/verbondsvolk dat woont in het aan Abraham beloofde land, zie Hosea 2:11. In de evangeliën wordt gesproken over de vijgenboom waar wel bladeren, maar geen vruchten aan waren. De bloeiwijze is echter dat er gelijktijdig bladeren en vruchten zijn, waarbij er ook sprake is van verschillende oogsten. Het is een beeld van Israël. In de tijd dat de Here Jezus op aarde was, was er geen vrucht, het was verdord/verwelkt en werd daarom vervloekt. Dat geldt ook voor onze tijd, er zijn wel bladeren, maar er is geen vrucht en het is geschikt om vervloekt te worden, Israël is nog niet in het verbond. Het wachten is op het week worden van het hout, dat de bladeren uitspruiten en er kleine vruchten komen die uitlopen op de oogst. Zie Mattheus 24 en Lukas 21.
De granaatappelboom spreekt van de zegen bij het onderhouden van de geboden, de heerlijkheid van het priestervolk. Aan de kleding van de hogepriester hingen granaatappeltjes. Dat had Mozes niet bedacht, de Here had aangegeven hoe het kleed er uit moest zien.
De palmboom wijst op het koninkrijk en de Koning uit Juda (de Koning der Joden). In Genesis 38 lezen we de geschiedenis van Juda en Thamar. Zij wordt zwanger van haar schoonvader en er wordt een tweeling geboren. Zerah stak zijn hand uit en men bindt een scharlaken koord om zijn handje om aan te geven dat hij de eerstgeborene is. Zerah (=opgaan of rijzen) trekt zich terug en dan komt ineens Perez (doorbraak) tevoorschijn. Dit alles is een beeld van de Here Jezus. De uitgestoken hand is een beeld van de Here Jezus die kwam om te redden, 2000 jaar geleden. Hij ging echter naar de hemel terug. Nu bevinden wij ons in de tijd van de breuk. De Here Jezus Christus zal wederkomen en Israël (en de hele wereld) zal Hem zien. Hij is de koninklijke stam Juda.
Toen de Here Jezus in Jeruzalem kwam, spreidde men palmtakken uit, in Openbaring 7:9 heeft de menigte die niemand tellen kon, palmtakken in de hand.
Over de appelboom wordt niet veel in de Bijbel gezegd. Alleen in Hooglied 2:3 en Hooglied 8:5, beeld van respectievelijk bruidegom en bruid.
In dit rijtje ontbreekt de olijfboom. De olijfboom wijst op de roeping en bestemming van Israël: een koninklijk priesterschap. Waarom ontbreekt deze boom? Omdat deze roeping van het volk onberouwlijk is, die verdord niet, dat ligt in de trouw van God en is een waarborg van het herstel van Israël ondanks ontrouw en trouwbreuk. Denk hierbij aan de Romeinenbrief.
In Mattheus 24 staat: "Let op de olijfboom en alle bomen ...", alles heeft betrekking op Israël.
Er is een dag van verwoesting (Joel 1:15) en het volk wordt gewaarschuwd met de bazuin, de sjofar (Joel 2:1) en een machtig volk zal zich over Israël verspreiden, onder aanvoering van Babel (zie Psalm 2). Er zal een oordeel zijn in de eindtijd, zoals beschreven in het boek Zacharia en Daniel (de laatste jaarweek) en de grote verdrukking in Mattheus 24.
Opnieuw klinkt de bazuin in Joel 2:15 Het volk wordt verzameld: roep een bijzondere samenkomst bijeen.
Vroeger streden de afzonderlijke volken tegen Israël, in de eindtijd strijden alle volken in 1 grote coalitie tegen Israël.
De Here zegt, weest niet bevreesd (vers 21), want de Here heeft grote dingen gedaan en weer weest niet bevreesd (vers 22), want de woestijn wordt groen en de bomen dragen vrucht en geven opbrengst. De vroege en late regen zal komen (vers 23). De Leraar der gerechtigheid is de Here Jezus, JHWH tsidqenuw (zie Jeremia 23:6).
Het Hebreeuwse woord voor leraar (in vers 23) is mowreh en kan zowel leraar als regen betekenen. De vroege regen is het Hebreeuwse woord gehsem moreh, de late regen is weer malkoshe. De 1e halteplaats van Abraham was bij het eikenbos/grote bomen (SV terebinten) van More = mowreh (zie Gen 12:6). De grote bomen van de Leraar.
Er wordt gesproken over vroege en late regen. De vroege regen valt van oktober tot begin december, dan wordt er gezaaid. De late regen is in maart en april. In vers 23 staat in de eerste maand, maand staat echter niet in de grondtekst!
De kalender van God begint in de maand Nisan/Abib onze maand maart/april en loopt tot en met de 7e maand Tishri. De vroege en de late regen vallen dus in de 1e maand van de beide jaren.
De feesten des Heren zijn dus in het geestelijk jaar, zie Leviticus 23. Bij ons zijn de maanden ook wel zo genoemd denk aan september (7), oktober (8), november van neuf (9) en december van deca (10)
De vroege regen is nodig voor het kiemen van het zaad en als de oogst er is, zal de Here Jezus komen, dat is de voleinding van de eeuw, zie Matteus 13:31.
Jakobus 5:7 Wees daarom geduldig, broeders, tot de komst van de Heere. Zie, de landbouwer verwacht de kostbare vrucht van het land, en heeft daarbij geduld, totdat het de vroege en late regen zal hebben ontvangen.
De komst van de Here is nabij zegt Jakobus en de Landbouwer verwacht vrucht na de vroege en de late regen.
In Handelingen2 haalt Petrus de profetie van Joel aan. Hij zegt niet dat dit al de vervulling is, hij zegt dit is waarvan Joel gesproken heeft: de uitstorting van de Geest.
Joel 3 geeft het herstel van Israël weer met het oordeel over de heidenvolken en daarna is het doel bereikt: De Here zal wonen in Sion (Joel 3:21).
Onderstaand verslag is ook te downloaden in pdf formaat
De kleine profeten - Joel - P.A. Slagter - 25/10/2012 - Studie 2
De naam Joel betekent JHWH is God. Jo = JHWH en El is van Elohim. Niemand weet hoe de naam van God is uit te spreken, want het Hebreeuws kent geen klinkers, het is een geheimenis.
Joël 2:27 Dan zult u weten dat Ik te midden van Israël ben, dat Ik, de HEERE, uw God ben, en niemand anders: Mijn volk zal voor eeuwig niet beschaamd worden!
Dat is waar het naar toe gaat, het volk moet weten dat de Here de God van Israël is en ook de hele wereld zal dit uiteindelijk weten.
God maakte Zich eerst bekend als de Almachtige, daarna met een naam, nl. de IK BEN, DE Aanwezige, zie Exodus 3 en Exodus 6, het geeft het karakter van onze God weer.
Dit in tegenstelling tot Allah, dat is de Arabische vertaling voor het woord god, het is dus geen naam.
In Joel 1:1 staat dat Joel de zoon is van Pethuel. Dit betekent door God uitgebreid of groot gemaakt. Joel profeteert hoofdzakelijk tot Juda en Benjamin, het 2 stammenrijk, hoewel dit niet altijd strikt te scheiden is. Het gaat in de profetie over het toekomstig herstel van gans Israël, de 12 stammen.
Eerst waren er de 12 stammen - na Salomo een verdeling tussen 10 en 2 stammen - in de toekomst gaat het weer over 12 stammen.
Het thema van Joel is de dag des Heren (Yom JHWH), er komt een dag die de Here toebehoort. Het is een periode (niet één dag). JHWH, of zoals het in onze vertaling staat de HEERE, zal Zich openbaren, eerst aan Israël en daarna aan de hele wereld.
Habakuk 2:14 Want de aarde zal vol worden met de kennis van de heerlijkheid van de HEERE zoals het water de bodem van de zee bedekt.
Iedereen zal bekend zijn met de heerlijkheid van God, het zal niet meer zijn van horen zeggen.
1 Korinthe 4:3 Maar het betekent zeer weinig voor mij dat ik door u beoordeeld word of door enig menselijk oordeel. Ja, ik beoordeel ook mijzelf niet.
Het woord oordeel is hemera en betekent dag. Het gaat hier dus over de menselijke dag, het menselijk gericht, de mens regeert nu en het zal uitlopen op het hoogtepunt (of dieptepunt) in de mens der wetteloosheid. Openbaring 13 toont de exponent van het rijk van de duisternis, het beest, en deze maakt plaats voor de Rechtvaardige Mens, de exponent van het rijk van het licht.
Handelingen 17:31 en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan.
De Man is door de Here God aangesteld, Hij is de HEERE, JHWH.
In het Johannes-evangelie zijn de IK BEN uitspraken opgetekend, waarbij een koppeling wordt gemaakt met het Oude Testament met de HEERE.
Jesaja 44:6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, zijn Verlosser, de HEERE van de legermachten: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God.
Ook hier is er de link tussen Oude en Nieuwe Testament, zie Openbaring 1:8, 11; 21:6; 22:13. De macht en heerlijkheid worden geopenbaard in de Here Jezus Christus. In Mattheus 24 staat dat Hij zal komen op de wolken met grote macht en heerlijkheid.
In bijna alle boeken van de profeten wordt er over de dag des Heren gesproken. Eén Bijbelboek is er geheel aan gewijd, nl. het boek Openbaring. Johannes was 'in de geest' op de dag des Heren, hij werd verplaatst naar de toekomst, het boek Openbaring is een aanvulling op het Oude Testament.
De dag des Heren komt het meest voor in Joel nl. 4x. In Joel 2:1, 11, 31; 3:14. Joel is een korte beschrijving van wat er gebeurt op de dag des Heren.
Het gaat om 7 punten:
1) Het oordeel voor Israël en Juda vanwege ontrouw en ongerechtigheid.
2) Een oproep tot berouw en bekering, dit betekent dat het oordeel dus ontvlucht kan worden!
3) Een rest/overblijfsel komt tot bekering. Als zij roepen antwoordt de Here. Joël 2:32 Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aan aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.
Jesaja heeft 2 zonen: Maher Salal Chasbas, zijn naam betekent haastig buit, spoedig roof en spreekt over oordeel. De andere zoon heet Sear Jasub en betekent een rest/overblijfsel zal zich bekeren. Deze namen spreken over oordeel en herstel.
De Here wil aangeroepen worden. De Naam mag niet worden ontheiligd, maar wel worden uitgesproken. Heiligen is doen wat de Here zegt, dat is Hem eren! De orthodoxe Jood spreekt de Naam niet uit maar zegt Hashem (de naam) of Adonai, dat is een aanspreektitel. Dat is tragisch en triest.
4) Door bekering zal Geest op alle vlees gestort worden.
5) Juda en Israël zullen in genade worden aangenomen en het gericht over Israëls vijanden, dat zijn alle volken van de aarde, zal plaatsvinden.
6) De Here zal het land Israël herstellen en bestemmen voor het volk Israël.
7) Israël zal tot een zegen zijn voor en vanuit het midden van de aarde.
Uitgangspunt van de profetie is de sprinkhanenplaag, die ten tijd van het uitspreken van de profetie ook is geweest.
Joel 1:2-4 spreekt van een aantal sprinkhanen.
soort in HSV | soort in SV | soort in NBG | Hebreeuws |
jonge sprinkhaan | rups | rups | gazam |
veldsprinkhaan | sprinkhaan | sprinkhaan | arbeh |
trekspringhaan | kever | verslinder | yekeq |
zwermspringhaan | kruidworm | kaalvreter | chaciyl |
De NBG geeft in de vertaling de volgorde goed aan, het gaat van kwaad tot erger, het wordt steeds verwoestender.
Israël wordt als een boom gekarakteriseerd en kaal gevreten.
Babel en Egypte worden vaak als vijanden van Israël vermeld. Babel wordt het meest verbonden met de dag des Heren. Het is een verzamelnaam voor de vijanden van Israël in het algemeen. Israël is al eens door Babel uit het land gevoerd in de Babylonische ballingschap voor 70 jaar.
In de eindtijd zal Israël helemaal alleen komen te staan en onder leiding van Babel zal de wereld Israël kaalvreten. Het is wonderlijk dat de Here God dit toelaat om een afvallig volk te oordelen. In het verleden was Nebukadnezar de dienaar van de Here in het plan van God om Juda in ballingschap te leiden. Hij was een instrument in Gods hand.
In Joel 1:7 wordt de complete ontmanteling van Juda omschreven, de omschrijving gaat van kwaad tot erger.
In Joel 1:12 worden een aantal bomen genoemd, die in de Bijbel ieder een aspect van Israël weergeven.
De wijnstok spreekt van het doel van God met Israël, dat is vrucht dragen in relatie met de Here als de bruid van JHWH in het beloofde land. In Jesaja 5 wordt gesproken over de wijnstok uit Juda. Zie Hosea 10:1 en Johannes 15 waar de Here Jezus zegt dat Hij de Ware Wijnstok is, geboren vanuit Juda. Wijn spreekt van de Geest, de opgestane Here, wijn spreekt van vreugde. In Johannes 2 wordt de geschiedenis van de bruiloft te Kana beschreven. Eerst was er geen wijn, de vreugde was verdord, daarna kwam de beste wijn, een beeld van het Nieuwe verbond.
De vijgenboom spreekt van Israël als natie/verbondsvolk dat woont in het aan Abraham beloofde land, zie Hosea 2:11. In de evangeliën wordt gesproken over de vijgenboom waar wel bladeren, maar geen vruchten aan waren. De bloeiwijze is echter dat er gelijktijdig bladeren en vruchten zijn, waarbij er ook sprake is van verschillende oogsten. Het is een beeld van Israël. In de tijd dat de Here Jezus op aarde was, was er geen vrucht, het was verdord/verwelkt en werd daarom vervloekt. Dat geldt ook voor onze tijd, er zijn wel bladeren, maar er is geen vrucht en het is geschikt om vervloekt te worden, Israël is nog niet in het verbond. Het wachten is op het week worden van het hout, dat de bladeren uitspruiten en er kleine vruchten komen die uitlopen op de oogst. Zie Mattheus 24 en Lukas 21.
De granaatappelboom spreekt van de zegen bij het onderhouden van de geboden, de heerlijkheid van het priestervolk. Aan de kleding van de hogepriester hingen granaatappeltjes. Dat had Mozes niet bedacht, de Here had aangegeven hoe het kleed er uit moest zien.
De palmboom wijst op het koninkrijk en de Koning uit Juda (de Koning der Joden). In Genesis 38 lezen we de geschiedenis van Juda en Thamar. Zij wordt zwanger van haar schoonvader en er wordt een tweeling geboren. Zerah stak zijn hand uit en men bindt een scharlaken koord om zijn handje om aan te geven dat hij de eerstgeborene is. Zerah (=opgaan of rijzen) trekt zich terug en dan komt ineens Perez (doorbraak) tevoorschijn. Dit alles is een beeld van de Here Jezus. De uitgestoken hand is een beeld van de Here Jezus die kwam om te redden, 2000 jaar geleden. Hij ging echter naar de hemel terug. Nu bevinden wij ons in de tijd van de breuk. De Here Jezus Christus zal wederkomen en Israël (en de hele wereld) zal Hem zien. Hij is de koninklijke stam Juda.
Toen de Here Jezus in Jeruzalem kwam, spreidde men palmtakken uit, in Openbaring 7:9 heeft de menigte die niemand tellen kon, palmtakken in de hand.
Over de appelboom wordt niet veel in de Bijbel gezegd. Alleen in Hooglied 2:3 en Hooglied 8:5, beeld van respectievelijk bruidegom en bruid.
In dit rijtje ontbreekt de olijfboom. De olijfboom wijst op de roeping en bestemming van Israël: een koninklijk priesterschap. Waarom ontbreekt deze boom? Omdat deze roeping van het volk onberouwlijk is, die verdord niet, dat ligt in de trouw van God en is een waarborg van het herstel van Israël ondanks ontrouw en trouwbreuk. Denk hierbij aan de Romeinenbrief.
In Mattheus 24 staat: "Let op de olijfboom en alle bomen ...", alles heeft betrekking op Israël.
Er is een dag van verwoesting (Joel 1:15) en het volk wordt gewaarschuwd met de bazuin, de sjofar (Joel 2:1) en een machtig volk zal zich over Israël verspreiden, onder aanvoering van Babel (zie Psalm 2). Er zal een oordeel zijn in de eindtijd, zoals beschreven in het boek Zacharia en Daniel (de laatste jaarweek) en de grote verdrukking in Mattheus 24.
Opnieuw klinkt de bazuin in Joel 2:15 Het volk wordt verzameld: roep een bijzondere samenkomst bijeen.
Vroeger streden de afzonderlijke volken tegen Israël, in de eindtijd strijden alle volken in 1 grote coalitie tegen Israël.
De Here zegt, weest niet bevreesd (vers 21), want de Here heeft grote dingen gedaan en weer weest niet bevreesd (vers 22), want de woestijn wordt groen en de bomen dragen vrucht en geven opbrengst. De vroege en late regen zal komen (vers 23). De Leraar der gerechtigheid is de Here Jezus, JHWH tsidqenuw (zie Jeremia 23:6).
Het Hebreeuwse woord voor leraar (in vers 23) is mowreh en kan zowel leraar als regen betekenen. De vroege regen is het Hebreeuwse woord gehsem moreh, de late regen is weer malkoshe. De 1e halteplaats van Abraham was bij het eikenbos/grote bomen (SV terebinten) van More = mowreh (zie Gen 12:6). De grote bomen van de Leraar.
Er wordt gesproken over vroege en late regen. De vroege regen valt van oktober tot begin december, dan wordt er gezaaid. De late regen is in maart en april. In vers 23 staat in de eerste maand, maand staat echter niet in de grondtekst!
De kalender van God begint in de maand Nisan/Abib onze maand maart/april en loopt tot en met de 7e maand Tishri. De vroege en de late regen vallen dus in de 1e maand van de beide jaren.
De feesten des Heren zijn dus in het geestelijk jaar, zie Leviticus 23. Bij ons zijn de maanden ook wel zo genoemd denk aan september (7), oktober (8), november van neuf (9) en december van deca (10)
De vroege regen is nodig voor het kiemen van het zaad en als de oogst er is, zal de Here Jezus komen, dat is de voleinding van de eeuw, zie Matteus 13:31.
Jakobus 5:7 Wees daarom geduldig, broeders, tot de komst van de Heere. Zie, de landbouwer verwacht de kostbare vrucht van het land, en heeft daarbij geduld, totdat het de vroege en late regen zal hebben ontvangen.
De komst van de Here is nabij zegt Jakobus en de Landbouwer verwacht vrucht na de vroege en de late regen.
In Handelingen2 haalt Petrus de profetie van Joel aan. Hij zegt niet dat dit al de vervulling is, hij zegt dit is waarvan Joel gesproken heeft: de uitstorting van de Geest.
Joel 3 geeft het herstel van Israël weer met het oordeel over de heidenvolken en daarna is het doel bereikt: De Here zal wonen in Sion (Joel 3:21).