-
Dagboek - Dag 13
Dag 13 "En het was in het zeshonderdeerste jaar, in de eerste maand, op de eerste dag van die maand, dat het water van boven de aarde opgedroogd was. Toen nam Noach het luik van de ark weg en keek naar buiten, en zie, de aardbodem was opgedroogd" (Gen. 8:13). Er is een nieuw begin. De Heere heeft met de watervloed alles wat bestond, verdelgd: "Zo verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, van mens tot dier, tot kruipende dieren en vogels in de lucht; verdelgd werden...
Omgaan met tegenslag - studie 1
Spreker: Sebastiaan de Graaf- Gegevens
-
Serie: Bijbelstudiedagen
-
Datum: zaterdag, 11 januari 2020
-
Hits: 1629
-
Schriftgedeelte: Romeinen 8
Bijbelstudiedag Oud Beijerland 11 januari 2020 – Opzet & Teksten
Omgaan met tegenslag – God doet voor gelovigen alle dingen ten goede meewerken
Opzet
Inleiding
- Omgaan met tegenslag is geen gepasseerd station
- Het ‘waarom’ van tegenslag
- God ontmoeten in tegenslag
- Omgaan met tegenslag
Inleiding
Rom. 8:28
1. Omgaan met tegenslag is geen gepasseerd station
Job 1:1: “Er was een man in het land Uz, zijn naam was
Job. En die man was vroom en oprecht; hij was godvrezend en keerde zich af van het kwaad.”
2 Kor. 12:9: “Mijn genade is u genoeg.”
Jes. 53:3: “Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.”
Ps. 6:7: “Ik ben moe van mijn zuchten, heel de nacht maak ik mijn bed nat, doorweek ik mijn rustbank met mijn tranen.”
Ps. 42
1 Kon. 19:4: “Het is genoeg. Neem nu mijn leven, HEERE”
Filip. 4:11: “Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen.”
Luk. 22:39-44
Heb. 4:15-16
Pred. 12:1: “Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan u zeggen zult: Ik vind er geen vreugde in.”
Ps. 42:5: “Hieraan denk ik en ik stort mijn ziel in mij uit: hoe ik meeging in de stoet en met hen optrok naar Gods huis.”
2 Kor. 1:4: “Die [God] ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden.”
2. Het ‘waarom’ van tegenslag
Job. 3:11: “Waarom ben ik niet van de baarmoeder af gestorven, en heb ik de geest niet gegeven toen ik uit de buik naar buiten kwam?”
Ps. 10:1: “HEERE, waarom blijft U van verre staan? Waarom verbergt U Zich in tijden van benauwdheid?”
Mat. 27:46: “Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent:
Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?”
Job. 1:11-12
Job. 40:1-4
Job 41:1-3
Job. 42:1-6
Job. 42:7-10
Rom. 8:18: “Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.”
Jes. 38:17: “Zie, tot vrede is de bitterheid voor mij bitter geweest, want Ú hebt mijn ziel lieflijk omhelsd, van het graf van de ontbinding vandaan gehaald. Want U hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen.”
1 Pet. 1:5-7