Richteren of rechters

De familie van Israël was in Egypte een groot volk geworden. Ze hadden een leider nodig die hun de weg kon wijzen.

Eigenlijk was de Heere God hun Leider of Koning of Rechter, maar de mensen hadden niet allemaal persoonlijk contact met God. Wij hebben dat wel, wij kunnen allemaal ieder voor zich met de Heere God praten en Hij luistert naar ons en door de Bijbel, Zijn Woord, krijgen we antwoord.

Israël wordt vergeleken met schapen die een herder nodig hebben. En die hebben ze gekregen.

Mozes

De eerste die het volk ging leiden, was Mozes. Mozes werd geroepen door de Heere God toen hij in de woestijn van Midian veertig jaar op schapen had gepast.
De Heere God roept Mozes en dan vertelt Hij ook Zijn Naam. God heet: Jahweh, dat betekent: Ik ben, Die Ik ben. In de Bijbel staat er dan HEERE, met allemaal hoofdletters.
Deze naam laat zien dat God er altijd is geweest en er altijd zal zijn. Hij is er gewoon.

Na de plagen in Egypte trekt het volk door de woestijn en de Schelfzee naar Midian.
Het volk had het erg slecht gehad in Egypte, ze moesten hard werken en waren niet vrij. Ze riepen tot God en Hij bevrijdt ze. Wanneer ze in de woestijn zijn, beginnen ze te mopperen tegen Mozes. Ze zeggen: in Egypte hadden we van alles te eten en te drinken, laten we maar teruggaan. Ze waren niet blij met de vrijheid die ze gekregen hadden.
Mozes praat met de Heere God. Hij vertelt aan God waar het volk over moppert en hij vertelt aan het volk wat de Heere God heeft gezegd.
De Heere God zorgt elke dag voor eten en drinken. Hij sluit een verbond met het volk, zoals een man en vrouw een verbond sluiten als ze trouwen. God laat aan Mozes zien hoe de tabernakel eruit moet zien. Dat is een tent waarin God kon wonen, zodat het volk Hem daar kon eren en aanbidden. En daar konden de offers gebracht worden. De levieten, uit de stam Levi, zorgden voor alles wat met de tabernakel te maken had en de familie van Aäron, de broer van Mozes, waren de priesters.

Het volk is een eigenwijs volk dat slecht luistert. Wanneer ze bij het beloofde land Kanaän gekomen zijn, willen ze er niet in, omdat er reuzen zijn. Ze hadden op God kunnen vertrouwen dat Hij voor hen zou vechten, maar dat deden ze niet. Ze moeten veertig jaar in de woestijn blijven, totdat alle volwassenen die de plagen en de uittocht hebben meegemaakt, zijn overleden.
Ze zijn zo overdwars dat Mozes boos reageert en daarmee ongehoorzaam is. Mozes mag daarom ook het beloofde land niet in.
Vlak voordat het volk het land in zou gaan, vertelt Mozes nog wat ze moeten doen. Als ze gehoorzaam zijn aan de wil van God, dan krijgen ze goede oogsten en worden de dieren niet ziek. Dan gaat alles goed en zijn ze gelukkig.
Maar als ze ongehoorzaam zijn, dan komt er oorlog, pijn en verdriet.
Mozes mag wel vanaf een hoge berg naar het land kijken en dan sterft hij en wordt door de Heere God begraven.

Jozua

Jozua was al een helper van Mozes in de woestijn. Jozua had met nog 11 mannen het beloofde land verkend toen het volk daar aankwam. De verkenners hadden gezien dat het land heel mooi was en de oogst heel goed. Maar er woonden ook reuzen. Jozua en Kaleb zeiden: geen probleem, God zal ons helpen in de strijd. Maar de tien anderen waren bang en het volk luisterden naar de tien.
Na de veertig jaar in de woestijn zegt de Heere God tegen Jozua: Sta op en neem het volk mee in het beloofde land.

De naam van Jozua betekent hetzelfde als de naam van Jezus. Zoals Jozua het volk het land binnenbrengt, zo zal Jezus Christus wanneer Hij teruggekomen is het volk uit de wereld verzamelen en het land Israël binnenbrengen.

Wanneer alle stammen een deel van het land hebben gekregen, zegt Jozua: Wie willen jullie dienen: de Heere God, Die jullie hier gebracht heeft of de afgoden.
Voor Jozua is het geen probleem, hij zegt: Ik en mijn familie zullen de HEERE dienen.

Het volk zegt ook dat ze de HEERE willen dienen.

Afgoden

Wanneer Jozua gestorven is en ook iedereen die met hem het beloofde land was binnen gegaan, kwam er een nieuwe generatie.
Deze mensen hadden wel gehoord van de grote dingen die God had gedaan, maar ze hadden het niet zelf gezien. Ze vergaten de Heere God en gingen afgoden aanbidden.

Wij kennen dat niet. In andere landen zie je dat nog wel. Er zijn bijvoorbeeld tempels voor boeddha, met van die grote beelden erin. Mensen gaan daarnaar toe en bidden tegen die beelden. Of mensen hebben een altaartje in hun huis en zetten dan elke dag een schaaltje met eten neer voor de afgoden.

Een afgod is eigenlijk iets wat belangrijker is dan de Heere God. Dat kan dus ook sport zijn of werk, hobby, geld. Of je eigen lichaam als je veel naar de sportschool gaat om er super uit te zien. Een afgod trekt je af van God.

Richteren of rechters

Het volk Israël aanbidt de afgoden en dat is kwaad in de ogen van de Heere God. Mozes had gezegd als jullie ongehoorzaam zijn, dan komt er oorlog, pijn en verdriet.
God stuurt een ander volk om oorlog te voeren tegen Israël. De Israëlieten snappen dan dat ze ongehoorzaam waren en beginnen te bidden tot de Heere God. Dan stuurt God een richter. Iemand die het volk op de goede weg leidt en dan komt er weer vrede.

Othniël

De eerste richter is Othniël een neefje van Kaleb die één van de 12 verkenners was. Hij jaagde de vijand weg en er was veertig jaar rust in het land. En hij stierf.
En het volk? Het volk ging weer zijn eigen weg en deed wat de Heere God kwaad vond.

Ehud

Er was een nieuwe vijand in het land en Israël moest belasting betalen. Die koning was verschrikkelijk dik. God stuurde de richter Ehud. Ehud was linkshandig en had een klein zwaard en verstopte dat onder zijn kleren. Toen Ehud het geld had gebracht, zei hij tegen de koning: ik heb een geheimpje. De koning stuurde iedereen weg en Ehud zei: Ik heb een woord van God voor u. Hij pakte zijn zwaard en stak die in de buik van de koning. Die buik was zo dik dat het zwaard helemaal verdween in de buik. Toen deed Ehud de deur op slot en ging snel weg.
Ehud blies op de bazuin en de sterke mannen van Israël vochten tegen de vijand en wonnen. Toen was er tachtig jaar rust in het land.

Zwaard, het Woord van God

Ehud had eigenlijk gelijk toen hij zijn zwaard het Woord van God noemde. Paulus zegt later in een brief dat we ons moeten verdedigen met het zwaard, dat is het Woord van God. Hoe werkt dat dan?
Als je een snoepje wil, maar het mag niet, dan zegt de zonde in je hoofd: Het mag vast wel hoor, je mag toch wel vaker een snoepje. Dan zegt de Bijbel: je mag niet stelen.
Als iemand iets lelijks over een ander vertelt, dan zegt de Bijbel: je mag niet kwaad spreken.
Zo kun je je dus tegen het kwaad verdedigen met Gods Woord.

Eva had dat ook moeten doen in de hof. De satan zei: je mag zeker niet van de bomen eten? Eva geeft niet het goede antwoord, ze verandert het een beetje en de satan kan daardoor haar verleiden. Wat de Heere God precies gezegd had, wist ze misschien niet meer. Dat geeft niet, want ze had het kunnen vragen aan Adam of zelfs aan de Heere God Zelf, want Die wandelde ook in de tuin.

Toen de Heere Jezus begon aan Zijn werk op aarde en Hij gedoopt werd, zei de Heere God vanuit de hemel: dit is Mijn Zoon, de Geliefde.
Toen kwam de satan naar de Heere Jezus toe en zei: als je de Zoon van God bent, maak dan van deze stenen brood. De Heere Jezus antwoordt met een tekst uit de Bijbel.
De satan probeert het nog twee keer, maar hij krijgt steeds te horen wat er in de Bijbel staat en toen ging hij weg. Het was niet gelukt om de Heere Jezus onder de zonde te krijgen.

Dus wanneer iemand je probeert aan te vallen vanuit de Bijbel (bijvoorbeeld: als God Liefde is, waarom is er dan oorlog?) en je weet niet zo snel het antwoord, dan zeg je gewoon: ik zoek het voor je op in de Bijbel en geef je later het goede antwoord.

Samgar

Over Samgar staat niet veel in de Bijbel. Hij heeft 600 Filistijnen gedood met een prikstok.

Debora en Barak

Wanneer Ehud gestorven is, komt weer een andere vijand. Twintig jaar werd Israël onderdrukt. Dan komen de richters Debora en Barak. Barak vecht tegen het leger, maar de baas van het leger wordt door een vrouw gedood.
Dan heeft het land veertig jaar rust.

Gideon

De Israëlieten vergaten weer hun God en gingen bidden tegen afgoden. Nu stuurt God een heel gemeen volk. Ze komen met hele grote legers en roven alles, de oogst en het vee. Het volk wordt heel erg arm. Ze moesten stiekem de oogst binnen halen.
Gideon had tarwe geoogst, maar sloeg de korrels uit de aren in de wijnpers, zodat het niet gestolen zou worden.

De Engel van de Heere komt bij hem. De Engel van de Heere is de Zoon van God. God Zelf kunnen we zien, maar wanneer Hij met Zijn schepselen praat, doet Hij dat in het beeld dat Hij gemaakt had, dat is de Zoon. Later is de Zoon ook als een baby’tje gekomen, maar Hij was er al vanaf het begin. De Heere Jezus zegt daarom ook: Ik ben het Begin en het Einde.

Gideon krijgt de opdracht om het altaar voor de afgod af te breken en een nieuw altaar te maken voor de Heere God. Hij doet het ’s nachts, want hij is bang voor de mensen. Wanneer ze er toch achter komen dat hij het heeft gedaan, gaan ze naar zijn vader en zeggen dat Gideon gedood moet worden. Zijn vader zegt: laat jullie afgod dat maar regelen. Dat was een heel goed antwoord, want het afgod kon niets, het is een dood beeld. Maar Gideon geloofde in de levende God.

Gideon wint van de vijand met de hulp van God en dan wil het volk dat hij over hen gaat heersen, eigenlijk als een soort koning. Dat mocht niet, Mozes had al gezegd dat het volk geen koning mocht hebben, omdat de Heere God hun Koning is. Gideon zegt dat tegen het volk: Ik zal niet over jullie heersen, maar de HEERE zal over jullie heersen.
Het land had veertig jaar rust.

Tola

Over Tola staat dat hij 23 jaar richter was en stierf.

Jaïr

Toen kwam Jaïr en hij was 22 jaar richter.

Jefta

De Israëlieten deden weer veel kwaad. Ze geloofden in de afgoden van alle volken die rondom hen woonden en ze verlieten de HEERE. De Heere God stuurt vijanden op hen af en ze hebben 18 jaar oorlog.
Het volk roept tot de HEERE, maar Die zegt: jullie hebben Mij verlaten en hebben de afgoden gediend, vraag maar of die jullie willen helpen.
Toen deed het volk alle afgoden weg en gingen weer de HEERE dienen. Toen kreeg de Heere God medelijden met het volk en stuurde de richter Jefta.

Bij God kun je altijd terug komen. De Heere God is een God van heel veel vergeven. Als je echt spijt hebt, vergeeft Hij je. De Heere Jezus vertelt het verhaal van de verloren zoon. Die zoon was weggegaan, had al zijn geld opgemaakt en veel zonden gedaan. Dan beseft hij dat hij verkeerd bezig was en dat het bij zijn vader een goed leven was. Hij krijgt spijt en wil voor zijn vader gaan werken, want een knecht zijn, was nog beter dan het leven dat hij nu had. Wanneer hij teruggaat, staat zijn vader al te kijken of hij naar huis komt. Zijn vader is zo blij dat de zoon weer terug is, dat er een groot feest gegeven wordt.
Zo is het ook bij de Heere God: voor iedereen die naar Hem toegaat, is er feest in de hemel.

Jefta overwon. Hij wist dat God Rechter is over alle volken. Hij was zes jaar richter over Israël.

Ebzan

Ebzan gaf zeven jaar leiding.

Elon

Elon gaf tien jaar leiding.

Abdon

Abdon gaf acht jaar leiding.

Simson

Simson is de laatste richter die in het boek Richteren genoemd wordt. Hij is een hele bijzondere richter, want tegen zijn ouders wordt gezegd, voordat Simson geboren is, dat hij een richter zal zijn. Zijn moeder mocht geen wijn of sterke drank drinken toen ze in verwachting was en zijn haar mocht niet geknipt worden. Zijn lange haar betekende dat hij een knecht van de Heere God was.
Simson is verschrikkelijk sterk en de vijand op dat moment, de Filistijnen, willen hem doden, maar dat lukt niet.
Een vrouw die hij wel leuk vond, probeert erachter te komen waarom hij zo sterk was. Na lang zeuren, vertelt hij dat zijn haar nog nooit is geknipt, omdat hij een knecht van God is. Dan scheren ze zijn lange haar af terwijl hij ligt te slapen. Wanneer hij wakker wordt, is hij niet meer sterk, want de Heere God had zijn kracht weggenomen.
De Filistijnen maken Simson blind en zetten hem gevangen.
Wanneer ze een groot feest hebben, laten ze Simson komen om hem uit te lachen. Simson houdt zich vast aan de pilaren in het huis en vraagt aan de Heere God om nog één keer sterk te mogen zijn. Hij trekt de pilaren weg en het hele huis stort in en de mensen sterven.
Simson zelf sterft ook, maar hiermee verloste hij wel het volk Israël.

Alle richters zijn op een of andere manier een voorbeeld van de Heere Jezus. Hun naam kan iets betekenen wat over de Heere Jezus gaat of wat ze meemaken lijkt op het werk van de Heere Jezus. Bij Simson zien we dat het volk verlost wordt, omdat hij sterft en tegelijk de vijand dood maakt.
Toen de Heere Jezus stierf aan het kruis en opstond uit de dood, werd de satan overwonnen en de macht van de dood vernietigd. De Heere Jezus heeft ons verlost.

Samuel

De volgende grote leider die in de Bijbel genoemd wordt, is Samuel.
Toen hij geboren werd, was er de tabernakel en het volk ging daarheen om God te dienen, maar de priesters waren slecht. Ze dienden de Heere God niet met hun hart. Ze dienden zichzelf. Ze namen het beste van het offer om het zelf te eten. Daardoor vonden de Israëlieten het offeren ook niet meer nodig.
Samuel kwam als een kleine jongen in dienst bij de priester. Wanneer ze slapen, roept de Heere God Samuel. Samuel denkt dat de priester hem roept en gaat naar hem toe. Pas bij de derde keer heeft de priester eindelijk door dat God hem geroepen had.
Dan zegt Samuel: spreek Heere, want Uw dienaar luistert.
De Heere God spreekt met Samuel en is dat blijven doen. God helpt Samuel en de Israëlieten verslaan de vijand.
Wanneer Samuel oud is, zijn zijn zoons geen goede mannen. Ze willen veel geld en spullen en zijn niet eerlijk.
Het volk komt naar Samuel en vraagt om een koning, maar de Heere God was hun koning. Samuel is erg verdrietig, maar God zegt: geef het volk maar een koning, want het gaat niet om jou, maar ze willen Mij niet meer als Koning.

Samuel waarschuwt het volk voor het hebben van een koning.
Een koning heeft een leger nodig, dus moeten de jonge mannen vechten.
Een koning heeft veel personeel nodig, dus moeten de meisjes gaan werken.
Een koning wil veel dure dingen, dus moeten ze veel belasting betalen.
Maar het volk wil toch een koning net als de andere volken.

Je kunt het artikel ook downloaden

De illustraties komen van de site https://www.gospelimages.nl/
Beschikbaar gesteld door Evangeliegemeente van Jezus Christus te Oud-Beijerland - www.kaleo.nl